C.S. Lewis, Gedachten over de Psalmen, [2009], 64-65 Juist doordat de dingen in de natuur niet meer zelf als iets goddelijks gelden kunnen ze nu geweldige symbolen van het Goddelijke zijn. Het heeft weinig zin een Zonnegod te vergelijken met de zon, of Neptunus met de reusachtige watervloed. Maar heel zinvol is een vergelijking van de Wet met de zon, of de uitspraak dat Gods oordelen een diepe afgrond zijn en mysterieus als de zee.
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [6]O HEERE! Uw goedertierenheid is [tot] in de hemelen; Uw waarheid tot de bovenste wolken toe. 6. Tegen al het woelen en woeden der goddelozen, mitsgaders zijn hartzeer, dat hij daaruit schepte, troost en verkwikt zich de profeet met betrachting van Gods onbegrijpelijke, ondoorgrondelijke en bestendige goedheid, trouw en gerechtigheid, die Hij bewijst in de regering zo van alles in het algemeen, als van zijn volk in het bijzonder, dat Hij, niettegenstaande der goddelozen vijandschap, overvloediglijk begenadigt en van hunner vijanden rechtvaardigen en eindelijken ondergang verzekert.